Door de maatregelen tijdens de Coronacrisis moest iedereen zich flink aanpassen en was het wennen om met de veranderingen om te gaan. Gelukkig komen er steeds meer versoepelingen en kunnen we langzaam weer terug naar het ‘oude’ normaal. Maar wat is dit ‘oude’ normaal en was dat zo veel beter vóór de crisis? Of kunnen we er nog iets van leren en met elkaar streven naar een ‘nieuw’ normaal?

Ontwikkelen op je eigen manier
Het was natuurlijk overduidelijk dat de Coronaperiode ‘niet normaal’ was. Ook op kinderen en gezinnen had dit een enorme impact. Een semi-lockdown, kinderen niet naar school, ouders die thuis onderwijs geven en de leerkracht op afstand.  Een aantal kinderen raakte ‘van de radar’ en op school wist men niet zeker of deze kinderen thuis wel kregen waar zij recht op hadden. En daar gaat het om: ieder kind heeft recht om zich te ontwikkelen op zijn of haar eigen manier. Of dat nu thuis is of bij familie of op school of bij de sportclub. Een eigen manier, die buiten de kaders mag zijn, buiten het normaal. Wat is dan normaal en waarom moeten of willen we daar zo graag aan voldoen?

Wat is normaal?
We herkennen normaal vaak als ‘common sense’, je boerenverstand gebruiken.  Het is het ‘gewone’ gedrag binnen een cultuur, waar je meestal niet eens over na hoeft te denken. Pas als het anders gaat dan anders, dan valt het je op. Alles wat te veel afwijkt van het gewone, definiëren we als vreemd, gek of ziek. Of in positieve zin: uitzonderlijk, talentvol of geniaal. En daar zit nu net de crux in dit verhaal.

We zijn veeleisender geworden ten opzichte van onszelf,
anderen én ook ten opzichte van onze kinderen

Perfectionisme en prestatiedruk
Er is de afgelopen jaren een brede maatschappelijke ontwikkeling gaande waarbij de bandbreedte aan het verschuiven is van wat wij met elkaar normaal gedrag en normale ontwikkeling vinden. Dit maakt dat de norm voor afwijkend (negatief) gedrag sneller wordt overgeschreden en sneller als afwijkend of pathologisch wordt gezien. De oorzaak ligt onder andere in de perfectionistische normen die we elkaar opleggen, bijvoorbeeld via sociale media (kijk mijn leven eens perfect zijn). We zijn veeleisender geworden ten opzichte van onszelf, anderen én ook ten opzichte van onze kinderen. En als dát het normaal is waar je het gedrag van je eigen kind tegen afzet, dan is het al snel afwijkend of ziek. Tegelijk zijn we steeds meer gaan denken dat het ‘afwijkende’ opgelost moet worden of dat ‘afwijkend zijn’ voldoende reden is om hulp in te schakelen. Een logisch gevolg is dat er dan sneller en dus meer zorg nodig is.

Jij hebt hulp nodig, want er is iets mis met jou.

Dat zien we niet alleen terug in de cijfers van het jeugdzorggebruik (de afgelopen decennia een toename van 1 op de 27 naar 1 op de 8 kinderen), maar ook in de manier waarop we naar jeugdzorg kijken. Vanuit een maakbaarheidsideaal wordt verondersteld dat er wel veel problemen te ‘fixen’ zijn, terwijl dat lang niet altijd het geval is en misschien ook helemaal niet nodig is. Onderzoek onder jongeren[1] laat zien dat, in ieder geval, een deel lijdt onder prestatiedruk op school, moeite heeft met omgaan met sociale media en last heeft van scheidingen. De boodschap aan kinderen is vaak: “Jij hebt hulp nodig, want er is iets mis met jou.” Wat doet dat met hun zelfbeeld en de ontwikkeling op langere termijn?

Daarbij komt dat door jeugdzorgprofessionals en huisartsen snel wordt doorverwezen naar de jeugdhulp en er wordt opgeschaald, terwijl er nog een heel scala aan opties vooraf zijn in te zetten[2]. Helaas zijn die opties vaak onbekend of lijken ingewikkeld: “we kunnen toch niet de normen ineens gaan aanpassen?”, zo lijkt dan het idee. Er ligt dus een belangrijke taak voor ons om deze opties veel beter onder de aandacht te brengen.

Moeten we de grenzen van het normale niet wat meer oprekken?

Naar het ‘nieuwe’ normaal
Ik wil niet sceptisch overkomen, maar is wat hierboven staat het ‘oude’ normaal dat wij voor de toekomst willen met elkaar? Moeten we de grenzen van het normale niet wat meer oprekken, zodat er meer ruimte komt voor wat nu afwijkt van onze strenge normen? Zodat er wat meer ruimte is voor kinderen om zich te ontwikkelen op een manier die niet te snel tot een diagnose of medicijngebruik hoeft te leiden?

Gezond en kansrijk opgroeien
Het programma Foar Fryske Bern is in het leven geroepen om te helpen bij het gezond en kansrijk opgroeien voor álle Friese kinderen. Daarbij kunnen wij lessen trekken uit het ‘oude normaal’, zodat we kinderen en gezinnen die hulp nodig hebben, deze hulp ook integraal en dichtbij kunnen bieden. De inzet en verantwoordelijkheid van ouders, maar ook de andere belangrijke volwassenen rondom kinderen (denk aan leraren, professionals op de kinderopvang etc.) spelen hierin een cruciale rol. Zo kunnen kinderen zich ontwikkelen op hun eigen en unieke manier.

Wij zetten ons daar met veel passie voor in! Wil je weten hoe wij dat precies doen en welke projecten wij ondersteunen? Kijk dan eens verder op deze website. Reageren op dit artikel? Graag! Plaats hieronder je reactie. 

[1] Bron: HBSC  Gezondheid en welzijn van jongeren in Nederland 2017

[2] Bron NJI; ‘Jeugdhulp staat vaak vooraan bij aanpak problemen’