Wat is de norm? Wie bepaalt deze? Steeds meer kinderen hebben jeugdhulp nodig en dat zorgt ervoor dat we deze vragen steeds vaker stellen. Het aantal kinderen in de jeugdzorg is de afgelopen twintig jaar gegroeid van 1 op de 27 naar 1 op de 8. Ondertussen rijzen de kosten de pan uit. Gevolg is dat er op sommige momenten wordt opgeschaald naar jeugdhulp, terwijl dit niet altijd nodig blijkt te zijn. Wat is normaal en hoe geven we kinderen weer wat ruimte om zich zonder diagnose te ontplooien?  

,,Geen enkel kind loopt altijd in de pas. Het is mooi als je dit kunt omarmen.’’ 

We leven in een prestatiemaatschappij die de nadruk legt op maakbaarheid. Is een kind druk of  stil? Niet –sociaal vaardig, lastig of voor langere tijd wel erg aanwezig? Dan is de kans groot dat er voor dit kind een diagnose wordt gesteld.  Zo krijgen steeds meer kinderen  behandeling in de jeugdzorg. Pieter van der Zwan (programmaleider Foar Fryske Bern) en Bert Wienen (netwerkregisseur Onderwijs en Zorg bij Foar Fryske Bern) werden hierover onlangs geïnterviewd door de Leeuwarder Courant. De centrale vraag in het artikel: ‘Weten we nog wel wat normaal is?’

 

De grens van het normale verschuift

We zien de norm verschuiven. Wat vroeger normaal was, lijkt nu niet altijd meer zo normaal.  Ouders zien vaak bij andere ouders wat er goed gaat en sociale media spelen hierbij een steeds belangrijkere rol.  Soms lijken we te vergeten dat af en toe tekortschieten ook bij de ontwikkeling van het kind en jezelf als ouder hoort. Deze druk zien we ook in het onderwijs waar het voor kinderen soms als een wedstrijd begint te voelen. Falen lijkt in veel gevallen geen optie meer ook al heeft een kind dat soms nodig om verder te kunnen komen. We krijgen geen opleiding in opvoeden. De buurvrouw weet bijvoorbeeld ook niet altijd hoe ze haar kind het beste ondersteunt. Ouderschap verloopt niet altijd zoals we zouden willen.

In dit artikel van de Leeuwarder Courant legt Pieter van der Zwan deze verandering uit: “De grens van het normale verschuift, het brede midden wordt steeds smaller. Alles wat te veel afwijkt van de norm, definiëren we als vreemd, gek of ziek. Of in positieve zin: uitzonderlijk, talentvol of geniaal.”

 

De verschuivinggevolgen voor de jeugdzorg  

Dit heeft volgens de experts gevolgen voor de druk op het kind. Enerzijds heb je de ouders die gaan micro-managen, aan de andere kant degenen die achterover lijken te leunen.  Te lage verwachtingen richting kinderen, schulden en bijvoorbeeld opvoedproblematiek gaan regelmatig samen. Dat betekent dat hulp van verschillende instanties bij zo’n gezin noodzakelijk is. Voor de juiste hulp aan deze groep is samenwerking tussen verschillende jeugdhulpinstanties echt noodzakelijk en vaak zelfs cruciaal. Extra noodzakelijk om de brug tussen jeugdhulp en het onderwijs te blijven slaan.

 

Een diagnose heeft invloed 

Nu meer kinderen gediagnosticeerd worden, komen ook steeds meer kinderen met een doorverwijzing bij jeugdzorg terecht.  Gevolg is dat er op sommige momenten wordt opgeschaald naar jeugdhulp, terwijl dit niet altijd nodig blijkt te zijn.

Volgens Wienen en van der Zwan is het dan ook goed om ons hiervan bewust te blijven. Te zien welke gevolgen een diagnose kan hebben op de jeugdzorg. Ons bewust te zijn van de manieren waarop zo’n label ook weer invloed heeft op het zelfvertrouwen en de prestaties van een kind. We weten namelijk ook dat de verwachtingen die we van kinderen hebben, daalt op het moment dat er een diagnose is.

Volgens Foar Fryske Bern is het tijd voor een kritische benadering van de maatschappelijke context waarin ouders en kinderen zich staande moeten houden. Dit komt ook in het artikel goed naar voren:

Van der Zwan: ,,We moeten met elkaar het gesprek aangaan, op scholen, in de zorg, de politiek: Is dit de richting die we als samenleving op willen? We moeten af van het maakbaarheidsdenken: dat je met de juiste opvoeding het ultieme kind creëert. We kunnen niet allemaal naar het vwo, we hebben ook goeie vakmensen nodig. En het ene kind is stil en verlegen, de ander pittig en temperamentvol. Omarm de variatie. Niemant is hetzelfde, schreef mijn zoontje laatst.’

Foar Fryske Bern vindt daarom dat het goed is om kritische vragen te blijven stellen bij de vraag wanneer welke hulp nodig is en geboden moet worden. Hoe gaan wij bijvoorbeeld om met dyslexie? Met de hoeveelheid diagnoses in het onderwijs? Belangrijke thema’s voor de verbetering van de jeugdhulp in Friesland.

Zonder diagnose de juiste dingen doen, dat is wat Foar Fryske Bern het liefste wil.

Wil je het artikel van de Leeuwarder Courant lezen? Het artikel is online hier te lezen

 

Foar Fryske Bern is het actieprogramma dat zich inzet voor een kansrijke, gezonde en veilige jeugd voor kinderen in Friesland. Namens alle 18 Friese gemeenten werken we met professionals, Rijk, cliënten- en jeugdhulporganisaties samen om dit doel in Friesland te bereiken.